15 – Friso

Gegevens

Naam : Friso
Zeilnummer : 15
Bouwjaar : 1920 ?
Werf :
Stamboeknummer: 550
Opdrachtgever : NJHC, Heeg

 

Meetbrief_RE15_Friso

 

https://www.ssrp.nl/stamboek/schepen/friso-550

Beschrijving

Het bouwjaar zoals dat in de schepenlijst van het Stamboek staat opgegeven lijkt niet betrouwbaar; de opdrachtgever is namelijk niet bekend. Voor het eerst verschijnt in 1930 een tjotter met de naam ‘Friso’ en zeilnummer 15 in wedstrijden in de klasse Tjotters 4,70 x 1,70 m van de NNWB; eigenaar is dan L. Zwaagstra, wonende te Gauw. Als deze kort te voren de tjotter heeft laten bouwen, dan kan het bouwjaar op zijn vroegst 1929 zijn. Het is uiteraard ook mogelijk dat Zwaagstra de boot heeft overgenomen van iemand die geen wedstrijdliefhebber was. Echter voor zover is na te gaan zijn alle boten in de 4,70-klasse speciaal voor het wedstrijdvaren gebouwd en de ‘Friso’ zal hier geen uitzondering geweest zijn. Een en ander is niet op te helderen.

Tot en met 1941 vinden we deze boot elk jaar terug in de deelnemerslijsten van de Zeilvereniging ‘Langweer’ en van Sneeker Hardzeildag. Zwaagstra komt niet uit in wedstrijden van de Sneeker Zeilclub. In 1941 werd zij blijkbaar verkocht, want in 1942 verschijnt E. Ijsselstein te Grou met de ‘Friso’ met zeilnummer aan de start op de laatste Hardzeildag die tijdens de Tweede Wereldoorlog nog plaats vond, tezamen met nog vier concurrenten, de ‘Njord’  met zeilnummer 2, de ‘Nannewijd’ met nummer 3, de ‘Kabeljauw’ met nummer 10 en de ‘Anna’ nummer 11.

Na de oorlog wordt de ‘Friso’ in 1950 in Sneek gevonden door Bernardus Tjerkstra, dezelfde die enkele jaren later met zijn broer Andries de eerste vaste schipper op het Friese statenjacht zou worden. Hij kocht de zeer onderkomen boot voor weinig geld voor zijn vriend Marten Groenhof, boer en kunstschilder in It Heidenskip, die haar eigenhandig met voortreffelijk resultaat restaureerde. Groenhof behield de ‘Friso’ ruim 15 jaar. Geleidelijk aan rijpte bij hem plan zelf een nieuwe tjotter te bouwen. Hij voerde dit plan ook daadwerkelijk uit; in 1967 liep de ‘Aventûr’ zoals de nieuwe boot werd gedoopt, te water. De tjotter ‘Friso’ werd verkocht aan Pier Piersma, beheerder van de Jeugdherberg ‘It Beaken’ in Heeg. Sindsdien doet deze tjotter dienst als instructievaartuig in de aan de jeugdherberg verbonden zeilschool. Bij het afscheid van Piersma als vader van de jeugdherberg in 1976 werd de ‘Friso’ eigendom van de Nederlandse Jeugdherberg Centrale. Evenals de hiervoor besproken ‘Brasem’ ging zij in 1955 mee naar de Stichting Friese Tjottervloot.

De opeenvolgende eigenaren waren:

1920 -                                   onbekend                          Gauw    Friso
1941                                      Zwaagstra                         Grou      Friso
1942 -                                   E.Ijsselstein                       Grou     Friso
1950                                                                                   Sneek   Friso
1950 – 1965                       M.Groenhof                       It Heidenskip     Friso
1965 – 1976                       P.Piersma                           Heeg     Friso
1976 – 1995                       NJHC                                    Heeg     Friso
Vanaf 1995                         SFT                                        Heeg     Friso

Technische gegevens

Hoofdafmetingen:

  • Lengte over de stevens 4,82m
  • Grootste breedte buitenkant huid 1,70m
  • Holte op het grootspant 0,74m
  • Zeiloppervlak; grootzeil en fok 16,0m2

Bijzonderheden:

  • Plat vlak
  • Hoekige kimmen
  • Vlaktilling 0 graden
  • 2 huidgangen boven de kimmen
  • Open voorkuip
  • Fraai snijwerk op boeisel, bedelbalk en hennebalk
  • Breed roer met in de kop uitgesneden vogel